In Kitgum werken we samen met KRADEF, een maatschappelijke organisatie die onder andere bestuurt wordt door David Otto. David is onze belangrijkste contactpersoon omdat hij engels spreekt en, nog mooier, regelmatig in Nederland is bij zijn vrouw en kind. Hieronder vertelt David over zijn jeugd in de omgeving van Kitgum en zijn drijfveer om daar een verschil te gaan maken!

Ongeveer 36 jaar geleden ben ik geboren, in het dorp van mijn ouders en voorouders in noord Uganda. Ik ben de jongste, echt het nakomertje van mijn ouders. Ik was al oom toen ik werd geboren en ben zodoende meer opgegroeid met mijn neven en nichten dan echt met mijn broers en zussen. Het land waar ik ben gestart om samen met de mensen uit mijn gemeenschap een school te bouwen voor de kleine kinderen, de toekomst van onze gemeenschap, van mijn stam, het Acholi volk. Kinderen die ik een meer onbezorgde jeugd gun als die ik heb gehad.
Het grootste deel van mijn jeugd ben ik helaas in oorlog opgegroeid. Een oorlog die in eerste instantie tegen de regering was en zich helaas niet veel later tegen ons keerde. Vanaf ongeveer 1986 tot 2007 heeft de LRA ( leger van de heer) het noorden van Uganda geteisterd, notabene geleid door Acholi zelf. Een rebellen leger dat draaide op kindsoldaten ( die wij in noord Uganda niet zo noemen, het is geen vrije keuze geweest, daarom noemen we ze abducted childeren, ontvoerd dus). En iedereen is aan deze oorlog familieleden verloren, familie leden die nog steeds vermist zijn, niet teruggekeerd uit de bush of gedood, niemand die het weet.
Een dreiging die mij ook boven het hoofd hing en heb tijden samen met neven en nichten me verscholen in het olifantengras. Eten werd ons gebracht, de angst om meegenomen te worden, daarna je familie te moeten vermoorden was rieeel en groot. En ook ik ben, net als vele andere meerdere keren aan ontvoering en de dood ontsnapt. In 1997 moest iedereen uit het noorden verplicht in kampen gaan wonen en de dorpen verlaten. Allemaal hutten, die letterlijk hutje mutje op elkaar stonden. Een IDP kamp, een vluchtelingenkamp voor ontheemden (vluchteling in eigen land en valt dus niet onder de unhcr). Eten kregen we van het world food program, als we het kregen.
Buiten het kamp op het land werken was verboden op straffe des doods, want als je gesnapt werd door een regerings soldaat kon deze je in de veronderstelling dat je een rebel was dood schieten. Ouders die niet meer voor hun gezin mochten zorgen, niet meer mochten zorgen voor voldoende eten. Een van de problemen waar we in het huidige noord Uganda nog de wonden van likken, een trauma waar heel veel mensen niet bovenop zijn gekomen tot op heden. Een van de problemen die ten grondslag liggen aan het hoge alcoholmisbruik in noord Uganda. Maar goed ik dwaal af.
Mijn vader overleed net voor mijn examen voor de basisschool, hiervoor moet je in Uganda betalen en door het overlijden was hier geen geld meer voor. Pas vele jaren later heb ik mijn school weer kunnen oppakken maar daar komen we straks wel. In 2003 heb ik besloten te vluchten. Een neef die al vele jaren eerder naar het zuiden was gekomen had een stuk land gekocht in een dorp net beneden de Nijl. De Nijl speelt namelijk een heel belangrijke rol in deze oorlog, namelijk alles wat boven de Nijl was onveilig was, noord Uganda. Onder de Nijl was het veilig. De brug over de Nijl werd dag en nacht zwaar bewaakt.
Op een ochtend ben ik op mijn fiets gestapt, niemand, ook mijn moeder heb ik dit verteld, dit was te gevaarlijk. De vlucht op zich was ook heel gevaarlijk want ik kon met gemak op de rebellen stuiten en Diemen de dood bekopen, maar dat was het risico waard. Na twee dagen fietsen, 100 km per dag kwam ik aan in het dorp onder de Nijl. Inmiddels een plek waar veel meer Acholi mensen heen waren gevlucht en kwam zodoende ook bekenden tegen waar ik de eerste nacht kon overnachten. Ik bleef hier een aantal weken om te acclimatiseren en ben toen vertrokken op zoek naar het stuk land waar mijn neef een project aan het opzetten was. Op dit project kwamen ook veel buitenlanders. Hier heb ik in 2005 mijn huidige (Nederlandse) vrouw ontmoet.In 2006 kreeg ik de kans om weer naar school te gaan, in Kampala. Een versnelde middelbare school en heb daarna ook nog een certificate gehaald. En in Kampala een thuis opgebouwd.
In 2005 werden er door het internationaal Strafhof in Den Haag de allereerste arrestatie bevelen uitgevaardigd, deze waren voor Joseph Kony en zijn commandanten. Dit heeft even voor een opleving van het geweld gezorgd maar vanaf 2007 is het rustiger en zijn de mensen langzaam vanuit de kampen weer naar oude dorpen teruggekeerd. Het Na oorlogse noord Uganda, zoals het nu ook nog is. Want de oorlog kan dan wel zo ongeveer voorbij zijn ( de rebellen zijn niet meer actief in Uganda, wel nog in buurt landen en gezinnen missen nog steeds kinderen die nooit zijn teruggekeerd, dat misschien wel nooit meer doen), maar men is de oorlog nog niet vergeten. Iedereen draagt de oorlog bij zich. Het alcohol misbruik is nog steeds enorm hoog, meisjes worden veel te jong zwanger omdat ze geen perspectief hebben. Men durft niet meer te hopen, niet meer te dromen, bijna niemand werkt er aan een betere toekomst omdat ze er niet in geloven.
Dit doet mij, een van deze mensen pijn. Ik weiger om Joseph Kony alsnog de oorlog te laten winnen, hij wilde het Acholi volk uitroeien en helaas is door de jarenlange oorlog zoveel van onze cultuur beschadigd en verloren gegaan . Kinderen die opgegroeid zijn in de kampen kennen het leven niet in de dorpen, de waardes, het harde werken. Een wijze les die ik van mijn vader heb meegekregen was, je weet nooit of je wel kan oogsten maar je moet wel zaaien en ervoor zorgen anders kan je nooit oogsten. Helaas hebben we onze laatste oogst samen nooit kunnen oogsten omdat hij overleed.
Dit is mijn drijfveer om te werken aan Kradef, een school te bouwen, zodat ook de jongste van ons al kunnen gaan zaaien en hopelijk oogsten in de toekomst. En dat de hoop, verwachting op de oogst ook weer terugkomt.