Reisverslag april-mei 2010

Geschreven door Hilde Koskamp op .

Ook deze keer hebben we weer veel dingen meegekregen om mee te nemen voor op het project: kinderkleding, tasjes, knuffels en schriften. Het was een heel gepuzzel om alles in de koffers te krijgen. Van het 2 pieces concept van de KLM maken we dankbaar gebruik! De laatste paar uur van de vlucht was er nog flink wat turbulentie. Het net lekker gegeten pizzaatje, vers fruit en appeltaartje werden wel even onrustig in mijn buik.

De aankomst verliep goed, al moesten we op de trap wel even wachten voor een paar zeer interessant uitziende mannen met bewaking er omheen (de president misschien wel?). De douane en het visum leverden geen problemen op. Bij de bagageband echter werd het spannend toen een van de koffers van Jorieke maar niet kwam. Op een flap-over zagen we even later 5 namen staan van mensen van wie de koffer niet was meegekomen. Dat werd dus plaats nemen aan het bureau. Na wat kopieën, handtekeningen en uitwisselen van telefoonnummers kregen we de toezegging dat hij er naar alle waarschijnlijkheid de volgende ochtend om 10 uur zou zijn. Gelukkig is het de koffer waar met name meegekregen spullen in zitten, maar toch… Daarna was er het weerzien met Israel; eerst zagen we hem niet staan, maar toen kwam hij vanuit een onverwachte hoek naar ons toe. Het voelde heel vertrouwd om samen met hem al babbelend naar de auto te lopen. We vertelden hem over de koffer en hij stelde voor om in Entebbe te overnachten zodat we morgenvroeg dichtbij het vliegveld zitten. De luxe auto van Sygo Oeganda reed voor en alle koffers konden in de laadbak, met gemak. Wat een super ding zeg! Ook de logo’s Gods Hands and Feet Ministry, Twawebwa en Mukwano staan erop.

Omdat het al donker was bij aankomst en ook de weg naar het hotel kort, heb ik nog niet echt het besef/gevoel dat we in een totaal andere wereld zijn.

In het Central Inn namen we 2 tweepersoonskamers en 1 eenpersoonskamer voor Israel. Voor Oegandese begrippen vrij luxe met tv, koelkast en bad, maar voor ons was het toch wel even omschakelen. Na zo’n hang en plakdag in het vliegtuig waren we wel toe aan een douche. Toen we weer fris waren, hebben we buiten op het terras nog een biertje en Mirinda Fruity gedronken.

Nadat Israel zijn eten op had zijn we nog even bij hem aangeschoven. De CD die we voor hem meegebracht hadden van Michel W Smith hebben we hem alvast gegeven; daar was hij erg blij mee. We hebben nog wat bijgepraat en plannen gemaakt voor morgen. Daarna zijn we, na een korte dagevaluatie met Rik en Jorieke, onder een dun lakentje en klamboe op een oor gaan liggen.

Zaterdag 1 mei

We hadden afgesproken om om 9 uur te gaan ontbijten in de ontbijtzaal. Daar was een ontbijtbuffet met verse jus, meloen en papaja, koffie, thee met toasted bread en gebakken ei of worstjes. Toen we onze eerste boterham al bijna achter de kiezen hadden, schoof Israel met zijn laptop aan. Hij vertelde dat hij al drie uur aan het werk was. Ook had hij al iemand gebeld in verband met de koffer van Jorieke. Zij werkt bij het vliegveld en kan na kijken waar de koffer is. Met alle papieren die Jorieke gekregen had probeerde hij haar nog eens te bellen. Op het moment dat wij startklaar in de auto zaten belde ze (Winny) dat de koffer om 14.00 uur zou arriveren. Voor je hem dan krijgt is het op zijn vroegst een uur verder. We hebben toen besloten de koffer niet op te halen, anders zoude we pas rond middernacht in Bushenyi zijn. Afgesproken werd dat we Winny in Kampala de papieren van de koffer zouden brengen. Een enerverende rit volgde; het was erg druk op straat en dus kwamen we maar langzaam vooruit. Langs de straat speelde zich voor onze ogen het dagelijkse leven van de stad af. De marktkraampjes met groente en fruit, kippen, melkflessen, houtzagerijen, naaiateliers en kleding. Ondertussen zagen we fietsen voorbijkomen die zo volgepakt waren dat de fiets zelf niet meer te zien was. De ene keer waren het zakken gevuld met ijs, dan weer allemaal houten kratjes of vol gehangen met ananassen of trossen bananen.

Onderweg stopten we een keer bij de Stanbic Bank om te pinnen. Daarna waren we alweer een eind verder toen Israel ineens zei dat hij Winny was vergeten. Snel werd er wat heen en weer gebeld en afgesproken dat we elkaar zouden ontmoeten bij een tankstation. We deden alvast wat boodschappen in afwachting op Winny en bekeken alles wat er langs kwam rijden. Joost ging helemaal op in zijn taak als fotograaf en legde het straatbeeld vast.

Winny kwam met haar man en zusje. De papieren van de koffer werden overhandigd en zij zal het verder regelen. Als we aan het eind van onze trip in Kampala zijn zullen we ‘m bij haar op halen is de planning. Daarna kwamen de nummerborden (voor de mini-graver) die ze regelt had voor Israel. Daar tegenover stond een flinke hand vol met papiergeld. Israel vertelde dat hij haar vertrouwde en via haar veel dingen geregeld kon krijgen.

Ondertussen praatten we wat met het zusje van Winny, Debra. Een meid van rond de twintig die journalistiek studeert en graag wil reizen. Het viel te merken dat het een goed gesitueerde familie was; haar broer woonde in Zuid-Afrika en dat wilde zij later ook graag. Nu heeft ze vakantie en heeft ze een baantje als schoonmaakster. Haar grote hobby is ballet. Erg geïnteresseerd vroeg ze naar onze plannen, afkomst en hoe alles er in Nederland aan toe gaat. Na de meeting bij het tankstation vervolgden we onze weg.

De volgende stop was op de evenaar. Natuurlijk hebben we even een groepsfoto in de cirkel op de lijn gemaakt. En ook het verhaal over de zwaartekracht hebben we ons laten vertellen en demonstreren. Langs de souvenirwinkeltjes wandelden we naar een restaurantje waar we ons iets uitzochten voor de lunch. Wij namen allemaal chappaties en Israel ging voor de franse frietjes. In een take a way verpakking namen we het mee en verorberden het terwijl we al weer verder reden. Eigelijk was het wel een leuk plekje om relaxed te zitten/loungen op de veranda, maar Israel was in a hurry dus lieten we het maar zo.

web02

We reden verder naar Masaka, waar opnieuw nog wat dingen moesten worden ingekocht voor ons eten wat Areen nodig had (rijst, pasta, brood, blue band, …) Ook draaiden we even langs de bank om te kijken of we nog een tweede keer konden pinnen. In de rij spraken we iemand die 10 jaar in Amerika heeft gewoond en nu veel internationale zaken voor Oeganda doet. Hij vertelde dat er in de bodem olie gevonden is en dit Oeganda rijk zal maken binnen een paar jaar. Geïnteresseerde landen voor deze export zijn China en Frankrijk. Ben benieuwd wat we er nog van horen en wat het Oeganda brengt.

Het pinnen slaagde en met een dikke knip stapten we weer in de auto. Israel had er flink de vaart in en vooral met deze snelle auto waren er tal van inhaalmanoeuvres en kapriolen. Op de weg lag plotseling een zeecontainer die waarschijnlijk al wat langer geleden van een vrachtwagen afgevallen was. Maar daar baande zich gewoon een weg om hen. Op de achterbank werden we al wat slaperig en dommelden langzaam weg tot Israel ineens riep “Zebra!” De auto stopte langs de kant en inderdaad daar liep een groep zebra’s en cobs. Wauw! Zo goed als het ging hebben we er nog wat foto’s van gemaakt.

Kort daarna kwamen we aan in Mbarara. Israel wilde nog wat lampen kopen voor de kerk en ook drinkwater hebben we ingeslagen. Daarna volgde de laatste etappe naar het project. Eerst nog een goed geasfalteerde en rustige weg, maar het laatste uur bestond uit zand- en hobbelweggetjes. We kwamen nog een auto tegen die midden op de weg bleef staan. Daarin zat de Member of the Parlement van deze streek. Hij was op het project geweest om met Israel te willen praten over de elektriciteitsmasten die zullen worden doorgetrokken. Maar hij wil in de loop van de week nog een keer terug komen.

Langzaam begon de schemering in te vallen en in het bijna donker bereikten we het project. Het voelde als een soort van thuis komen; de blije gezichtjes bij het raam van Israel van zijn jongste kinderen Benjamin, Benson en Blessed. De nieuwsgierige gezichten van mensen die op het project werken. De hartelijke begroeting van Israels vrouw Areen en zijn broer Steven. De vertrouwde gebouwen van de kerk en de kliniek. In het donker zien we al dat er veel bijgebouwd is, maar de rondleiding moet helaas wachten tot morgen. Ook Grace, Kyalimpa en Gloria ontmoetten we even later. We hebben onze intrek in de kliniek genomen en genoten van een heerlijk avondeten. Israel en Kyalimpa schoven bij ons aan. Kyalimpa wist ons nog veel te vertellen over “de Graafschap” en dergelijke dingen die we hem vorig jaar vertelt hebben. Geweldig!

Om 22.00 uur ging de generator uit en was het donker. We hebben nog kort even met z’n vieren nagepraat en toen onze bedden opgezocht.

Zondag 2 mei

De dag begon koel en nat. Het regende flink. We vroegen ons af of er wel mensen in de kerk zouden komen. Om negen uur hebben we, na een teiltje warm water wassen en afspoelen onder de koude douche, ontbeten. Er stonden voor het ontbijt nog veel Nederlandse dingen in de “eetzaal” van Ben en Christine als hagelslag, oploskoffie, melkpoeder e.d. We hebben een korte speech voorbereid voor als Rik en ik wat moeten zeggen in de kerk.

Om 11 uur zijn we naar de kerk gegaan en namen we onze plaatsen in rechts vooraan op de plastic stoelen. Er zijn intussen ook kerkbanken gemaakt/aangeschaft, wat erg chique lijkt. Het was een mooie dienst die geleid werd door Israel en Kyalimpa. Ook zong er een koortje in verschillende samenstellingen. Zo zongen de kinderen van Israel bijvoorbeeld “like a rose” van Michel W. Smith, dat was wel even een kippenvel momentje. Het acapella zingen is zo mooi met die diepe Afrikaanse stemmen van die vrouwen, het is zo jammer dat er dan nog weer zo’n elektronisch deuntje van het keyboard bij door moet. Zo jammer!

Israel stelde ons voor als de visitors en het was mooi hoe hij de samenwerking met de stichting Mukwano benoemde. Tijdens onze speech hebben we onder andere gezegd dat er veel gedaan is in het afgelopen jaar en het goed is om te zien dat de kliniek nu draait en de school in aanbouw is. Ook hebben we Joost en Jorieke voorgesteld. De dienst duurde ongeveer twee uur en toen werden we vriendelijk uitgeleid. Helaas gingen we toen direct lunchen en hebben we niet even op het “kerkplein” tussen de mensen kunnen staan. Daarna zijn we met Israel het hele project rond geweest en heeft hij ons van alles laten zien en vertelt. Er is echt veel gedaan in het afgelopen jaar en het is mooi dat er zoveel mensen mee werken aan het project op zo veel plekken tegelijk. Zo zijn ze momenteel bezig met de afwerking van de kerk en de elektriciteit, wordt er gebouwd aan de school en ook in de guesthouse wordt veel werk verzet met bouwen, aansmeren, timmeren en betegelen. De planning is dat in de zomer hier de groep van de werkvakantie van Twawebwa zal slapen. Er is nog veel te doen!

web03

In de loop van de middag brachten we, samen met Israel en Kyalimpa, een bezoek aan een bevriende, naburige kerkgemeenschap. Dat was een Angelikaanse kerk die voor de verdere bouw van de kerk een fundraising had georganiseerd. Iedereen bracht producten mee van thuis en deze werden verkocht voor het goede doel. Israel had ons van te voren geadviseerd om geld te geven ter waarde van 3 cement zakken; dus zo deden we in een enveloppe. Aankomende bij het feest terrein werd de auto feestelijk onthaald en toen we uitstapten voelden we ons net de koningin. De kinderen verdrongen zich om ons heen en staarden ons aan. Ook de volwassenen bekeken ons van top tot teen. Door de menigte liepen we naar de plaats waar een schaduwdoek was opgehangen en stoelen waren neergezet. We mochten in het midden plaats nemen achter de member of Parlement (die in een grote luxe stoel zat). We kregen direct een flesje water aangereikt als cadeautje en Israel kreeg de microfoon om ons voor te stellen. Daarna mochten we alle vier zelf nog wat zeggen. Ze waren erg vereerd met onze komst en daarom kregen we van alles aangeboden; passievruchten, aardappelen, avocado’s, kool, een kruik en een kom. De MP vertelde dat het authentieke Oegandese producten waren zonder bestrijdingsmiddelen of andere chemicaliën, zoals die bij ons in Nederland verkocht worden. Daarna bood Rik, onder toelichting van Israel, het geld aan. Israel zelf had eieren meegebracht voor de veiling en die bracht hij zelf aan de man. Omdat ze niet al te vlot van de hand gingen kochten wij er ook maar wat. We keken het tafereel nog even aan en zijn toen voorzichtig op gestapt. We werden nogmaals uitvoerig bedankt en uitgezwaaid. Het voelde zo misplaatst deze dankbaarheid en vrijgevigheid dat we er ons erg ongemakkelijk bij voelden. We waren blij dat we weer weg waren.

Terug op het project hebben we geholpen bij de voorbereidingen voor het eten; aardappels schillen, kool snijden en uien pellen. Ook hebben we het gasfornuis geïnstalleerd dat Ben en Christine hierheen hebben gestuurd in de zeecontainer. Met nadrukkelijke uitleg en waarschuwingen voor het explosie gevaar werden de eerste potten op het vuur gezet. Het ging ze erg goed af moet ik zeggen. Ondertussen waren Joost en Rik hun muzikaliteit aan het demonstreren op de djembee’s. Hoogst interessant voor de jongens hier om te zien hoe de mzungu’s (blanken) dat doen. Daarna stelde Kyalimpa voor om ook het keyboard uit te proberen. Even later stond iedereen al zingend in de kerkzaal.

Het avondeten smaakte lekker; op gas gekookt en met de verse groente die we ’s middags gekregen hebben was het erg geslaagd.

Na het eten waren Kyalimpa en het hele gezin Nabimanya bij ons in de kliniek. Alleen de oudste dochter van Israel en Areen, Glossy, kon er niet bij zijn omdat ze momenteel in Masaka verblijft. Daar leert ze voor de afsluitende examens van de primary school, ook nu er vakantie is. We hadden voor hen cadeaus meegebracht. Voor de jongens een voetbal en pomp en een puzzel. Voor de meiden en moeder sieraden en voor de kinderen samen een knikkerspel. Voor Kyalimpa een voetbal shirt van Nederland. Voor Areen bloembollen en zaadjes om te planten. Voor Israel had Rik nog een oranje T-shirt laten drukken, maar die was helaas niet op tijd binnen; dus die heeft hij nog te goed. Ze hadden dikke pret met de hele familie met het knikkeren, dat was schitterend om te zien hoe ook Israel hier intens van genoot. Tot 10 uur hebben we samen in de kliniek gezeten, toen was het bedtijd voor de kinderen. Israel vertelde dat zijn zus opgenomen was in de kliniek ivm koorts. Ze heeft een bed gekregen en blijft vannacht hier slapen. We hebben haar even gedag gezegd. Ze had net bezoek van twee zussen. Samen met Israel hebben we nog even de planning voor de rest van de reis doorgenomen, met de wensen plannen die er wederzijds waren. Al met al een mooie planning; nu maar kijken of het ook daadwerkelijk zo gaat. Ik zou er zo nog een week aan vast kunnen plakken; er zijn nog zoveel mooie dingen te zien en te doen hier!


Maandag 3 mei

Vanochtend tegen 8 uur opgestaan om eerst te gaan douchen, van het uizicht te genieten op zo een mooie zonnige ochtend en daarna Israel gade geslagen, werkende op zijn minigraver. Hij is onder aan het project de weg wat aan het verbreden om waarschijnlijk de draai wat te vergemakkelijken met de auto en de truck. Er was veel belangstelling voor zijn werk; er kwam een hele horde kinderen kijken. Daartussen stond een jongetje met alleen een kleedje om zich heen geslagen. Omdat we een hele koffer vol met kinderkleding bij ons hebben vroegen we aan Israel of we hem wat mochten geven. Dat moest worden overlegd met Areen. Areen hielp ons wat voor hem uit te zoeken en Benson werd naar de jongen gestuurd om hem te halen. Areen gaf hem het stapeltje kleding, zei hem wat en toen rende hij dolblij, zo snel als hij kon, de weg af naar huis. De koffer met de kleding hebben we aan Areen gegeven en die zal het verder verdelen. Later zagen we opnieuw een meisje met een stapeltje kleren weg rennen naar een hutje om daar wat af te geven.

Daarna hebben we ontbeten met omelet en gekookte eieren, oploskoffie en passievruchten. Omdat Israel nog niet gereed was voor vertrek gingen Joost en Rik de bouwvakkers nog even helpen met een zelf meegebrachte troevel. Maar dat aansmeren was toch nog niet zo makkelijk als dat ze hadden gedacht; het vergde enige souplesse en tactiek voor dat het cement ook daadwerkelijk op de muur bleef zitten en niet Linéa recta op de grond viel.

Toen Israel het zover had vertrokken we om bezoeken af te leggen bij needy families. Eerst gingen we inkopen doen om hen iets te kunnen geven. Een lokale shop werd speciaal voor ons geopend. Het was op 4 m2  een Geling, Hogeweg, Van Lochem en Onnink ineen. Een schaars gekleed gehandicapt jongetje kwam op me afgerend en klampte zich aan mij vast. Een dronken man kwam bij ons staan en bedelde om geld en een nieuwe jas. Terwijl we zeep, zout en suiker kochten voedde de verkoopster haar ongeveer anderhalf jaar oude dochtertje bij het afrekenen. Zo confronterend dit alles bij elkaar… Door onze inkopen hier te doen in plaats van in de grote stad hoop je toch dat je dit gezin ondersteund in hun inkomsten.

We reden terug in de richting van het project en stopten onder aan het paadje dat leidde naar het huis van de oude mensen die we ook vorig jaar hebben bezocht. Helaas was zij niet thuis, maar haar man nam de honneurs waar. Voorzichtig kwam hij het huis uit gelopen (gestrompeld) met twee bamboestokken. Hij was een stuk slechter ter been dan vorig jaar, maar met zijn leeftijd van bijna honderd en vrij van medicijnen maar met behulp van kruiden uit de bush een respectabele toestand! We namen kort plaats in het huisje. Israel vertaalde onze vragen en zijn dankbetuigingen voor onze cadeaus.

Daarna genoten we op het project van de lunch. Er was tijd voor een middagdutje of om even de krant te lezen. Toen hebben de jongens gevoetbald op het geëgaliseerde stuk. Wonderbaarlijk hoe behendig, snel en soepel die kids zijn; dat valt, rolt de bult af, rent op blote voeten zonder een kik te geven. Tegelijk klonk er Afrikaanse zang uit de kerk; schitterend die mooie stemmen begeleid op een djembee. Er was een bidstond gaande. Jorieke en ik namen voorzichtig achter in de kerk plaats om er van te genieten, zo mooi!

Na zijn middagslaap bracht Israel ons naar een volgende needy family. Een vrouw met Aids die alleen voor haar kinderen moet zorgen; haar man heeft meerdere vrouwen en neemt zijn verantwoordelijkheid niet. Twee van haar kinderen gaan naar school op het project. Maar ze kan dit zelf niet betalen. Israel vertelde het moeilijk te vinden hierin keuzes te moeten maken. Ze betaald dat wat ze kan, om haar te leren dat het geld kost. Maar hij vind het belangrijk dat dmv onderwijs deze kinderen en hun familie een toekomst krijgen. Maar het is moeilijk om te beslissen voor wie wel en wie niet. Ze moet voor haar medicijnen 40 kilometer lopen. Erg indrukwekkend. Na de cadeaus te hebben overhandigd en de kinderen te hebben verblijd met een foam sticker vervolgden we onze weg. We brachten een bliksembezoek aan een vrouw die lid is van de kerk. Ze voelde zich zeer vereerd door ons bezoek en vond het erg jammer dat we niet bleven om iets te eten. Ook deze vrouw voedde haar schare kinderen alleen op. Haar man heeft meerdere vrouwen en komt alleen om te ‘produceren’ naar het schijnt. Ook is hij aan de drank, wat het allemaal niet makkelijker maakt.

web04

We reden een eind verder en parkeerden de auto in een klein dorpje. Daar waren net de bouwvakkers van de school planken aan het halen. Van daaruit maakten we een wandeling over een bergkam met geweldig uitzicht. Echt een geluksmoment! We liepen naar het hutje waar Monica woont; ook bezocht door Paulien en Joanne in 2008. Als je ziet onder wat voor een erbarmelijke omstandigheden zij daar woont in een hutje van leem, een dak bedekt met gras en dan bedenkt dat ze ondanks haar Aids de kinderen alleen op moet voeden. Ondanks haar armoede bood ze ons warme melk, broodjes, bananen en kaapse bessen aan. Israel vertelde dat toentertijd Joanne bezig is geweest om een huis voor haar te financieren, maar het helaas niet zover gekomen is. Op onze weg terug naar de auto gaf Israel ons uitleg over theeplukken en het maken van bananenlikeur.

In de schemering reden we terug naar het project. Joost hielp de bouwvakkers nog even met hout afladen. Daarna was het dinertime en daarna hadden we een overleg met Israel waarin er gesproken werd over de vorderingen van de bouw, de gang van zaken op het project en zijn toekomst visie. Een fijn gesprek dat een hoop dingen voor ons inzichtelijk maakte.


Dinsdag 4 mei

De dag begon direct al vol met actie. Toen we buiten zaten op de bank voor de kliniek in afwachting op water om te kunnen douchen, kwam Kyalimpa aan op een motor. Joost had hem hiernaar gevraagd en nu had hij dan dus de motor van zijn buurman geregeld. We gaven hem het T-shirt van Jovink en legden uit dat deze band ieder jaar een evenement organiseert met muziek en motorcross. De tekst  “klasse, goed te passe”, kon hij moeiteloos herhalen. Hij had er echt plezier in. Op het speelveld kreeg Joost rijles. Er waren veel toeschouwers die er net zo veel plezier in hadden als hijzelf.

web05

Terug bij de kliniek dachten we aan ons ontbijt te kunnen, maar toen zei Israel dat er eerst een kip geslacht moest worden. Deze opgave was voor Joost weggelegd als slager. We hadden ons verheugd op een lange vangpartij achter de kip aan, maar bij de keuken aangekomen lag hij al klaar op de slachtbank. Er kwam een groot kapmes te voorschijn. De hals van het dier werd kaal geplukt en onder duidelijk instructie van Areen werd stukje bij beetje het mes er in gezet. Een bizarre happening in de vroege ochtend op de nuchtere maag. De kinderen stonden er allemaal met de neus bovenop; ongelofelijk. Ze konden zich niet voorstellen dat Joost als slager nog nooit een kip had geslacht. Na deze animatie in de felle zon waren we wel toen aan een flink ontbijt. Daarna vertrokken we om wat klinieken te bezoeken. De eerste was een katholiek ziekenhuisje waar een inentingsprogramma werd uitgevoerd bij kleine kinderen tegen polio. We werden welkom geheten door de zuster en hebben kort even in haar kantoor gestaan, maar toen vertrokken we ook al snel weer. Israel legde in de auto uit dat ze bang was voor blanken en geen uitleg wilde/durfde geven. Door de binnenlanden reden we naar een volgende kliniek die wat groter was. Hier werden we hartelijk ontvangen en namen eerst plaats in een kantoor voor tekst en uitleg. Ze werden door de overheid gesubsidieerd en kregen via hen ook de medicijnen. Maar momenteel was er nauwelijks nog iets voorradig en bestond er geen duidelijkheid over wanneer het wel zou komen. De meest voorkomende ziektes zijn infecties, wormen en malaria. Sinds een paar maanden hebben ze ook een mentalcare afdeling. Na het gesprek kregen we een rondleiding door het laboratorium, de wacht- en behandelruimtes van de ambulante zorg. De tandartsruimte, langs de kraamunit en even door de ziekenzaal. Opvallend trouwens dat de vrouwenafdeling vol lag en de mannenafdeling geheel leeg?!?!

We mochten zelfs een kijkje nemen in de operatiezaal; deze is niet in gebruik omdat daarvoor domweg het personeel ontbreekt. Er is niemand die daar wil werken als chirurg en dus kan er niet geopereerd worden. Verschrikkelijk om te bedenken dat mensen om die reden niet geholpen kunnen worden!

Achter het ziekenhuis was nog een klein sanatorium en een giga-generator.  Ze hadden eerste elektriciteit via zonne-energie, maar de panelen zijn gestolen…

Voor de lunch reden we terug naar het project. Even tijd ook nog om de vorderingen van de bouw van de school te bekijken, de bouwvakkers te verblijden met stroopwafels en ballonfiguren te maken voor en samen met de kinderen.

’s Middags gingen we op pad om geld te pinnen voor de inkopen die we donderdag willen gaan doen. Door de opnames te verspreiden over de dagen kunnen we zo veel mogelijk geld van de stichting direct benutten. De eerste dichtst bijzijnde gelegenheid werkte de pinautomaat niet. Toen zijn we toch maar naar Bushenyi Town gereden. Daar lukte het inderdaad wel. Ook gingen we nog op zoek naar batterijen om onze fototax te kunnen halen; er zijn er al flink wat gemaakt. Handig voor de presentatie en ter ondersteuning van ons geheugen. Op de terugweg naar het project stopten we nog even bij de twee theefabrieken die in aanbouw zijn. De een door een Noorse (?) organisatie, de andere vanuit de regering. Deze ontwikkeling betekend veel voor de streek; een betere kans op een eerlijke prijs voor de thee en ook werkgelegenheid en elektriciteit. Terug op het project genoten we van ons avondeten en om 9 uur hielden we 2 minuten stilte, net als in Nederland. Hierover en tal van andere zaken (oegandese filmpjes/muziek/dans) onderhielden we ons met Kyalimpa tot hij moe was van het praten en het voor ons bedtijd werd.


Woensdag 5 mei

De ochtend begon wederom om 8 uur met de wekker die afging en rond 9 uur het ontbijt met omelet, steeds droger wordend brood en dus meer fred & ed (choco-)pasta; waar Israel trouwens verzot op is! Net zoals de vorige ochtend waren er al weer vroeg mensen in de kliniek, vaak met kleine kinderen. Die moeten veelal een prik halen. Vaak zijn het dan even dikke tranen, maar worden ze daarna verblijdt met een ballon voor hun moed.

Wolken pakten zich samen boven de bergen en het werd steeds donkerder tot het begon te regenen. Israel dronk met ons een kop thee en we besproken nog wat dingen over het project en de planning. Ook Kyalimpa babbelde vrolijk mee, al is hij wel wat stiller als Israel erbij is. Toen de lucht opklaarde vertrokken we richting Bushenyi. Daar hebben we Kyalimpa afgezet en reden we verder nar de Kitagata Hot Springs. De weg daar naar toe was erg glibberig en modderig door de regen. Als je dan weet dat het allemaal zandwegen zijn die berg op en af gaan kun je je voorstellen hoe blij we waren met de krachtige 4-wheeldrive auto. We zagen auto’s die slipten, vastzaten, vrachtwagens die door 15 man (op blote voeten) uit de modder geduwd werden. Langs de weg stonden op zulke plekken tal van mensen te kijken. Ik had eerlijk gezegd toch wel mijn twijfels toen we daar onder aan stonden of het zou lukken. Maar Israel bewees zich als een goede chauffeur en manoeuvreerde ons veilig door de blubber naar boven. Aangekomen bij de warm water bronnen zagen we een meertje waarboven damp hing en allemaal mensen die er in baadden vanwege de geneeskrachtige werking van het water. Het is namelijk een vulkanistische bron met vele mineralen en heeft een temperatuur van ongeveer 90 graden Celsius. Een erg bijzonder en mooi tafereel. We hadden van te voren aan Israel gevraagd of wij er ook in zouden gaan. Maar omdat we gezond zijn vond hij dat niet nodig, dus lieten wij het bij een rondleiding. Israel dronk nog wel speciale thee; misschien wel goed om de wonden van zijn motorongeluk van een week terug te helen?! We reden terug naar Bushenyi Town om te lunchen in het College View Guest House. Na het eten zou daar ook het overleg plaats vinden met het bestuur van Gods Hands and Feet Ministry. In afwachting van ons maal kwam Goshem al binnen wandelen. Een half uur voor aanvang van de vergadering; dat dat bestaat in Afrika! Hij was de enigste die Rik en ik nog niet ontmoet hadden van het bestuur. Erg fijn dus om hem te zien. Het eten (beef en chips) was niet erg spectaculair, maar met Mirinda of Cola goed weg te spoelen. Daarna meldde Kyalimpa zich. Omdat 3 van de 5 leden aanwezig waren opende Israel de vergadering. Na verloop van tijd druppelden ook dokter Cranimer en hoofdmeester Ezra binnen. Geweldig om iedereen zo samen te hebben. Eerst sprak Israel mooie woorden, waarna er een voorstelronde was, voor zowel de bestuursleden als ons bezoekers. Daarna werd er afzonderlijk vertelt over hoe het er voor stond en wat de challenges (uitdagingen) op het gebied van de kerk, kliniek en school zijn. Het was erg mooi om te horen hoe gepassioneerd zij hiermee bezig zijn en met zoveel visie. De noden die we gezien hebben en wat ons nu door met name Kyalimpa, Cranimer en Ezra vertelt werd kwam erg goed overeen. Fijn om dat zo te ervaren. Er waren veel woorden van dank gericht aan de Stichting Mukwano voor wat er tot nu toe allemaal al mogelijk gemaakt is en de steun die ze ervaren bij hun werk.

Israel vertelde dat het een beladen ontmoeting was op deze plek. De laatste keer dat hier vergaderd werd was met Joanne. Dat maakte het voor ons ook extra bijzonder.

Na de vergadering was er nog een korte fotosessie met alle bestuursleden. Daarna brachten we Cranimer naar Isaka, deden we nog wat inkopen voor ons afscheidsfeestje op het project van morgen (spaghetti, pannen, vlees) en aten we gebakken banaan.  Dat rook erg lekker en smaakte niet verkeerd. We pikten Kyalimpa en Goshem op die mee terug reden; met 7 personen in de auto. African style en ook nog 3 dames achter in de pick up die tot halverwege mee liften. In het donker reden we een uur lang de hobbelweg terug die inmiddels gelukkig wel weer droog geworden was.

Pas rond 9 uur waren we terug op het project en hebben we opnieuw gegeten, nagepraat en toen ons bed opgezocht.


Donderdag 6 mei

De ochtend was relaxed en stond als vrij ingepland. Door de regen bleven we wat langer aan de ontbijttafel hangen, wisselden met Kylimpa van gedachten over vooroordelen bij mzungu’s en negers. Over lui zijn, individualisme en egoïsme. Het gesprek was erg openhartig en interessant. Ook werden er woordenlijstjes uitgewisseld in Nederlands en Ryankole.

We hebben een kijkje genomen in het huis, onder aan de weg van het project, dat vorig jaar dienst deed als primary school. Nu wordt het gebruikt als tijdelijke opslag voor het schoolmeubilair dat meegekomen is in de zeecontainer vanuit Nederland. Als de school na de vakantie, over een paar weken, weer begint zal het weer leeg geruimd worden. Zolang de school nog niet gebouwd is wordt er her en der les gegeven. Dat vergt heel wat flexibiliteit van de leraren. Maar gelukkig is nu de begane grond in aanbouw en dus kunnen ze aftellen. Het is mooi om te zien wat er qua bouw in een week tijd gedaan is. Ze zijn nu bezig met het plafond c.q. de verdiepingsvloer. Volgende week gaan ze met het storten en aansmeren bezig. Voor dat dat gebeurd moeten eerst nog de elektriciteitsbuizen erin, zodat ze netjes weggewerkt en ingebouwd worden. Ja, ja, zelfs hier denken ze daar over na!

Na de lunch vertrokken we rond half drie richting stad. We wilden nog het een en ander inkopen. Voor ons afscheidsetentje van vanavond wilden we ook nog wat meebrengen. Om Areen te bedanken voor al haar werk en kookkunsten hadden we Israel gevraagd waar we haar blij mee konden maken. Hij heeft vertelt dat ze graag varkens willen kopen om te fokken; dat vonden we wel een passend cadeau. Op de weg naar Mbarara gingen we langs bij een boer die een stel jonge biggen had. We gingen mee naar zijn land. Na een wandeltocht door bananenplantages kwamen we bij het hok waar ze in zaten. Israel bekeek ook het moederdier en besloot dat het een goed ras was. We kozen twee roze vrouwtjes en een gevlekt mannetje. Voor een prijs van USH 20.000 per stuk ( 7 euro). In no time werden ze uit het hok gevist, aan de oren opgetild en in een grote zak gestopt. We namen ze mee terug naar de woning van de boer achter in de pick up. Toen we ze wilden uitladen bleek dat ze rond liepen in de bak; Ook hadden ze de boel al lekker onder gescheten, van angst waarschijnlijk, met al dat gehobbel en geslinger. We lieten ze daar achter om inkopen te gaan doen in Mbarara en op de terugweg mee te nemen.

We kochten soort PVC pijpen voor de elektriciteit in de school en contactdozen, golfplaten voor de dining van de scholieren, frisdrank voor vanavond en batterijen om het fotograferen te kunnen continueren. Onze oplader heeft het begeven door de wisselende stroomsterkte van de generator op het project. Ook benutten we de mogelijkheid om te pinnen en zoveel mogelijk op te nemen zodat we genoeg hebben om direct te besteden of achter te laten voor een specifiek doel. Helaas was dokter Cranimer niet in de gelegenheid om naar Mbarara te komen. Anders hadden we ook graag nog wat spullen direct gekocht voor de kliniek samen met hem. Nu maar even kijken hoe we dat gaan invullen. Toen we de biggen gingen ophalen was het al donker (dus na 7 uur). De zak werd voor in de auto gezet bij Rik, wat ons wel zo humaan leek met een uur lang hobbelen op vol speed voor de boeg. Zo leek ons de kans het grootst dat ze niet met gebroken benen en al te veel stress aan zouden komen op het project. Toen we daar aankwamen, stond het eten voor de farewellparty al klaar. We waren met ongeveer twintig personen. Israel heette iedereen welkom, bedankte ons voor de “organisatie” en stelde iedereen als zijn kinderen voor; ook de gasten binnen hun gezin. Een erg mooi gebaar. Daarna genoten we kostelijk van het eten, maar vooral van de koppies die schuil gingen achter een goed gevuld bord. De keuze was reuze; spaghetti, rijst, friet, matoke, tomaten, kool, ananas, soep, saus, soepvlees en kip. Heerlijk om iedereen te zien smullen en te verbazen over waar die hoeveelheden eten bij die kleintjes verdwenen. Ook de gekochte flesjes Mirinda, Cola en Krest vielen goed in de smaak. Na afloop waren er woorden van dank over en weer en probeerden we onze ervaringen van de afgelopen week onder woorden te brengen. We zongen het bekende “Friends” en overhandigden de zak met biggen aan de stomverbaasde Areen. Ook de andere aanwezigen wierpen een nieuwsgierige blik in de zak. We vertelden dat de vrouwtjes Emma en Jorieke heten en het mannetje Jo-Rik. We hebben ze op het hart gedrukt goed voor ze te zorgen en gemeld dat we graag zien dat ze zich vermenigvuldigen. Israel beloofde daarvan foto’s te sturen. Daarna werd er voor ons, begeleid met zang, een traditionele Oegandese dans opgevoerd door Areen, Sharon en Gloria. Dit was de afsluiting van een geweldig samen zijn. Tot slot kregen wij nog een cadeautje van de meiden dat ze zelf gemaakt hadden; een slinger uit papier geknipt en een bloem van garen gemaakt; zo lief! Het inpakpapier bestond uit een pleisterdoosje en een stuk cementzak. Gezamenlijk ruimden we de boel op en daarna ging iedereen naar bed.


Vrijdag 7 mei

De dag begon zoals gebruikelijk, maar toch was de sfeer een beetje bedrukt door ons naderende vertrek. Spullen werden uitgezocht die achter konden blijven, koffers gepakt en de laatste “cadeautjes” verdeelt. We zaten kort even met Israel om te kijken naar de offerte van de afwerking van de kerk en ook de lijst van spullen die Cranimer nodig heeft voor de kliniek. We zullen het bekijken en dan de laatste dagen er op terug komen om het met hem te bespreken.

Voor de laatste keer wandelden we over het project om de voortgang van de bouw te bekijken en vast te leggen. Ook namen we even een kijkje bij de biggen die hun intrek hadden genomen in hun hok. Ze zagen er weer gekalmeerd en tevreden uit.

Na iedereen geknuffeld te hebben stapten we, netjes op tijd volgens planning, de auto in. Areen reed het eerste stuk met ons mee, want die ging naar een bruiloft (introductie) van haar neefje. Toen zij net was uitgestapt kwamen we Joyce en Goshem tegen. Die moesten richting Mbarara. Dus schoven wij weer met z’n vieren op de achterbank, stapte Joyce voor in en de heren zaten tussen de koffers in de laadbak. Real Africa! Nadat ook zij afgezet waren sloegen we de weg in richting het Queen Elisabeth park. Vanaf hier begon zogezegd onze vakantie. De weg er naar toe was al prachtig; het landschap veranderde dan weer in steppe, dan weer in bush, met een schitterend uitzicht! Langs de weg zaten op een gegeven moment allemaal apen, met hele families bij elkaar. We gooiden wat bananen uit het raam, die werden met schil en al verslonden. Nadat we het park in gingen richting de lodge zagen we ook de eerste olifanten. Voorzichtig reden we met de auto voorbij; wat een indrukwekkende dieren. In de hostel hadden ze niet genoeg kamers vrij, dus werden we verwezen naar de daarnaast gelegen guesthouse; een koloniaal uitziend huis met drie slaapkamers. Het was voorzien van een douche, wc, keuken en woonkamer. Tenminste de ruimtes waren er maar de inrichting was, hoe zal ik het zeggen, erg erg minimalistisch. Nadat we de koffers hadden uitgeladen was er kort even tijd voor een drankje. Om 3 uur vertrokken we voor een bootsafari over het kanaal dat lake Edward en lake George met elkaar verbind. Bij de aanmelding troffen we een Nederlandse die voor een paar maand in Oeganda verbleef in verband met een afstudeeropdracht over microcredit.  Ze was erg geïnteresseerd in ons project en wilde het graag een keer bezoeken. Israel heeft voor haar opgeschreven hoe ze op het project kan komen met een boda boda. Zou leuk zijn.

De boottocht liet ons vele dieren zien als nijlpaarden, krokodillen, mooie vogels, olifanten en  van wat verder weg leeuwen.

Toen we aan het einde van de middag terug kwamen bij de hostel genoten we onze verlate lunch/vervroegd diner; beef en friet. Wat erg lekker smaakte. Na het eten maakten we nog even een ommetje. Een Amerikaan attendeerde ons erop dat er achter de derde guesthouse olifanten liepen. Voorzichtig gingen we op onderzoek uit en inderdaad zagen we daar om de hoek een olifant; wat erg spannend was als je zo ineens oog in oog staat! We bewonderden de zonsondergang en gingen toen naar huis om van de douche te genieten. Vanuit het donker kwamen er steeds meer geluiden van olifanten rondom. Een medewerker van het park wees ons er op het licht buiten aan te doen. ’s Nachts passeren hier kudde’s olifanten en als ze onze auto niet zien, trappen ze er zo tegen aan. Wauw, dat hadden we niet echt verwacht. Het maakte het verblijf erg bijzonder en spannend. Israel vertrok na zijn douche naar de slaapkamer, wij speelden nog een potje kolonisten. Dit werd tussen door elke keer onderbroken door een voorbijkomende olifant. Een keer stonden we buiten op de veranda en liep hij op 5 meter afstand door onze achtertuin, Wouw! Het potje werd, met een close finish van Jorieke, gewonnen door Joost.


Zaterdag 8 mei

De nacht was onrustig. Telkens hoorde ik buiten gesnif, gesnuif, geknabbel, gezoem en geritsel. Erg uitgerust was ik dus niet toen om 6 uur de wekker ging.

Om half zeven stapten we samen met een ranger in de auto. Met het opkomen van de zon reden we het park in om dieren te spotten. We zagen tal van antilopen, Oegandese kobs, wilde zwijnen (pumba’s), kraanvogels en olifanten. Helaas was er geen leeuw te vinden die zich aan ons wilde tonen, dat was erg jammer. Rond half 10 kwamen we terug bij de hostel en ontbeten we. Het plan om per voet een safari te maken om chimpansees te zien viel helaas in het water omdat het door de regen van de afgelopen tijd te nat was. Dat was wel even een teleurstelling. Israel stelde voor om als alternatief naar Ischascha te rijden; daar zijn de laatste tijd veel (klimmende) leeuwen gezien. Het was een lange rit daar naar toe, in de middle of nowhere. Onderweg passeerden we opnieuw apen en olifanten met een jong; wat een schitterend gezicht! De ranger van het park werd van zijn bed gelicht om ons rond te leiden. Als zesde persoon in de auto, bewapend met zijn geweer leidde hij Israel door het park. Opnieuw mochten we entree geld (speciaal mzungu tarief) en de beste man betalen voor het ritje dat hij mee mocht maken in de auto en nog wel zonder het gewenste resultaat. Opnieuw zagen we antilopen, kobs en olifanten, maar geen enkele leeuw te bekennen. We reden al hun lievelingsplekjes af. De luilekkerbomen, schaduwdaken, drinkplaatsen en uitkijkplekken. De ranger hing achterover in zijn stoel, lachte en zei; volgende keer beter! Nou die zit er voor ons voorlopig niet in! Wel balen dat we de hele onderneming “voor niks” hebben gedaan, maar goed. We reden terug langs het park naar de king fisher logde. Een schitterend hotel/restaurant naar westerse maatstaven en ook westerse tarieven. Ook al is de overnachting aardig aan de prijs, deze luxe wilden we onszelf gunnen voor een nachtje. We volden ons ook echt de koning te rijk in deze privé hutten met uitzicht over de savanne, de meren, kilometers wijdt! Na een heerlijk diner en een fijn gesprek met Israel over Joanne (de verdwijning, vermissing, begrafenis, politieonderzoek en media-aandacht), deden we nog even een drankje op ons terras en gingen toen ieders naar ons eigen onderkomen.


Zondag 9 mei

Voor het ontbijt namen we een duik in het zwembad. Al was het niet al te warm en kwam de zon maar magertjes door de wolken, we hadden het ons voorgenomen dus werd het uitgevoerd. Het voelde wel raar omringd door zoveel luxe hier…

Israel heeft voor het ontbijt de auto al laten wassen. Na alle modder en stof van de safari. Het was een goed begin van de dag met koffie, vers sap, fruit, toast en scrambled eggs. Na het ontbijt maakten we ons langzaam klaar voor vertrek richting Kampala. Natuurlijk ging dat niet rechtstreeks, maar met verschillende tussenstops. De eerste was in Mbarara, waar we een kort bezoekje wilden brengen aan Lydia. Israel probeerde haar vooraf te bellen, maar zonder resultaat. Dan dus maar op goed geluk. Het zou erg leuk zijn haar weer te zien, nadat we haar vorig jaar hebben leren kennen als lerares op het project. Jammer genoeg troffen we haar niet aan en kon ook niemand ons vertellen waar ze was. Israel deed nog een poging om een kijkje te nemen in de kerkzaal, maar die was zo groot en vol, dat richtte niks uit. Helaas hebben we haar niet kunnen ontmoeten, wat zij vooral ook erg jammer zou vinden aldus Israel. Later op de dag belde ze inderdaad teleurgesteld dat ze ons gemist had, maar vol enthousiasme en belangstelling. De schat! De reis ging verder naar Masaka. Daar wilde Israel kort even zijn dochter Glossy bezoeken die daar verblijft om te leren voor de afsluitende examens van de primary school. We nodigden haar uit met ons te gaan lunchen bij het Uganda Child Care. Een ontmoetingsplaats voor veel buitenlanders die rondom Masaka verblijven. Joanne kwam hier in haar long term periode op Jireh ook geregeld. Ze hadden daar erg lekkere hamburgers! Glossy voelde zich volgens mij niet echt op haar gemak tussen al die mzungu’s met haar vader en kreeg nauwelijks een hap door haar keel. We brachten haar daarna terug naar huis en namen direct even een kijkje in de woning waar de familie Nabimanya verblijft als ze in Masaka zijn. Voor Oegandese begrippen een redelijk huis dat, in vergelijking met de twee kamers die ze voor hun gezin op het project in Bushenyi ter beschikking hebben, veel beter is natuurlijk. Terugrijdend naar de hoofdweg draaide Israel op een afstandje nog even langs Jireh. Dit wekte gemengde gevoelens op; het is immers onze eerste kennismaking met Oeganda geweest in 2006.

Op de weg naar Kampala passeerden we de evenaar en stopten we bij een serie djembee shops om wat instrumenten in te slaan; wat een koehandel! Zo konden we al even oefenen voor op de souvenirmarkt.

Omdat het de hele middag al aan het regenen was ontstonden er flinke plassen en modderstromen langs de weg. Vlak voor Kampala was er zelfs een stuk uit de weg geslagen en zochten we een alternatieve route om niet te hoeven wachten op reparatie. Ook een omgekiepte vrachtwagen versperde ons kort even de weg. De takelwagen was echter al gearriveerd en binnen een mum van tijd stond het ding weer op z’n wielen. In Kampala waren de wegen erg druk en bruiste het van het avondleven in het donker op straat. Israel sjeesde door de kleine straten om zo de files te ontwijken. We gingen naar het Paul Pope Memorial Hotel waar we vorig jaar ook overnacht hebben. Na de incheck en kort opfrissen spraken we nog even af op het terras voor een drankje en een kleine snack als avondeten. We namen nog even de planning door voor de komende (en laatste paar) dagen. Daarna zochten we onze hotelkamer op voor de nachtrust.


Maandag 10 mei

De dag begon met een klassiek Engels ontbijt. Daar konden we wel even mee vooruit. Omtrent het project waren er nog een paar zaken die we met Israel wilden kortsluiten na aanleiding van de vergadering met zijn bestuur, de bouw en verdere planning. Tot elf uur namen we de tijd hiervoor en toen maakten we ons gereed voor de bodaboda rit (brommertaxi) naar het centrum van de stad. Een hele ervaring op zich. Bizar hoe je dan op gaat in dat mierengekrioel van zo’n miljoenenstad. Nu we er toch waren wilde Israel even van de gelegenheid gebruik maken om zijn advocaat te bezoeken die de officiële papieren regelt voor zijn stichting om nationaal erkent te worden. Zo maakten wij in een kantoortje in een soort van parkeergarage kennis met Dennis. Natuurlijk werd er veel over koetjes, kalfjes, Nederland en onze reis gebabbeld en zijdelings even de zaken besproken. Maar wel goed om nu een gezicht te hebben bij de naam. Voor de lunch sprintten we door de regen naar een pizzeria. Wat kan het hier plenzen zeg! Om 2 uur hadden we een afspraak op de Nederlandse Ambassade. Puur om eens te horen wat zij allemaal doen en te kijken of ze iets voor ons kunnen betekenen. Een echt westers (Nederlands) cultuurtje met balies, beveiliging, steriel schoon en kil midden in Oeganda. We namen plaats aan een giga grote vergadertafel, wat er erg officieel uit zag. Maar het gesprek verliep erg ontspannen en informeel. We hebben de stichting geïntroduceerd en uitgelegd wat we doen; de geschiedenis en de toekomstplannen. Daarna vertelde zij (Marieke) waar Nederland zich voor inzet in Oeganda. Met name op het gebied van primair onderwijs en politie en veiligheid. Dat zijn de speerpunten waar het Nederlandse ontwikkelingswerk zich op richt. Al met al een waardevol gesprek en goed om elkaar zo te leren kennen.

Terug naar het hotel was opnieuw een spectaculair ritje op de bodaboda. Na een drankje op het terras probeerden we via internet alvast in te chequen voor onze terugreis. Daarna namen we even rust; om te dutten, lezen, schrijven of foto’s te maken.

Voor het diner vulden we samen met Israel nog een formulier in van de Wilde Ganzen voor een eventuele toekomstige sponsoraanvraag. Door de gesprekken die daar uit voort kwamen werd het toch nog weer een latertje.

De laatste nacht in Oeganda…


Dinsdag 11 mei

Voor het ontbijt nog lekker even gedouchte en de koffer ingepakt. We hebben uitgebreid van ons laatste ontbijt met Israel genoten; jus, vers fruit, Spaanse omelet en toast. Op een mooie kaart hebben we een dankwoord voor hem geschreven om hem te bedanken voor de geweldig fijne tijd die we samen hebben gehad. Hij werd er even stil van.Daarna hebben we nog kort  met Israel gezeten en geld achter gelaten zoals we hadden afgesproken.

Toen was het tijd om uit te checken en in te laden. Op de souvenirmarkt struinden we alle shops af voor de leukste spulletjes en de beste deals; wat een afdingen en pingelen zeg! Met tassen vol kwamen we terug bij de auto. Eerst gingen we een pizza eten bij Steers. Zo keerden we langzaam weer terug in de westerse wereld en voedingspatronen. Terug bij de auto moest alles passend gemaakt worden met zoveel koffers, tassen, djembee’s en dergelijke. We vertrokken  al bijtijds richting Entebbe vliegveld om de avondspits voor te zijn. Op het vliegveld bezochten we Winny op haar kantoor. Alwaar de vermiste koffer van Jorieke op ons stond te wachten. Ze vertelde ons dat hij waarschijnlijk langer vast gehouden was bij de douane  vanwege een kruidkoek die erin zat. Op de parkeerplaats pakten we nog een keer alle koffers om; de souvenirs er bij in, wat achter kon blijven in een aparte koffer die we Israel meegaven. Voor de vertrekhal namen we afscheid van Israel en bedankten hem opnieuw en spraken we de wens uit op een spoedig weerzien!


De reis naar huis duurde lang, maar was in het kort;

-       lang wachten voor het inchecken

-       duty free shoppen voor de laatste souvenirs

-       wachten op het (50 minuten) vertraagde vliegtuig

-       hangen, dutten, eten, champagne drinken op Jorieke dr verjaardag, film kijken en maar weinig slapen in het vliegtuig

-       Rennen op schiphol om het vliegtuig naar Düsseldorf te halen

-       Uitpuffen boven Nederland richting Duitse grens

-       In Düsseldorf te vergeefs wachten op Joost zijn djembee

-       Weerzien met pa en autorit naar huis

-       Welkom thuis door ma met koffie en gebak

Wennen aan een koud Nederland en het gestructureerde leventje wat weer op ons staat te wachten…             Maar met zeer dierbare herinneringen in ons hart!