Geschiedenis

In Oeganda bevonden zich voor de Britse kolonisatie verschillende koninkrijken. In 1894 werden de koninkrijken door Engeland aan elkaar gesmeed tot het land Oeganda. De Engelsen wilden het land voornamelijk gebruiken voor het verkrijgen van grondstoffen en er werd een klassieke koloniale economie ontwikkeld met exportgewassen zoals koffie en katoen aangevuld met gewassen voor lokale consumptie.
In 1962 werd Oeganda onafhankelijk. Hierna volgden verschillende regeringen, waarvan de dictatuur van Amin in de jaren zeventig de meest beruchte en gewelddadige is geweest. Jinja was een van de steden die het zwaarst werd getroffen. In 1980 zette Amin iedereen die niet over de Oegandese nationaliteit beschikte het land uit. Omdat de handel voor het grootste deel werd bepaald door Aziaten, stortte de economie ineen. In 1986 greep de NRA (National Resistance Army) onder leiding van Yoweri Museveni de macht en kwam een groot deel van de Aziaten terug naar Oeganda. Museveni is tot de dag van vandaag president gebleven en heeft de economie voor een deel kunnen opbouwen. Deze economische groei beperkt zich echter tot de steden en is nog niet doorgedrongen tot het platteland.
In het Noorden van Oeganda woedt al sinds 1986 een burgeroorlog. Er vinden regelmatig onderhandelingen plaats tussen de regering en de belangrijkste rebellenbeweging in het gebied (Lord’s Resistance Army), maar dit heeft nog niet geleid tot een oplossing van het conflict.